het 5 stappen plan, veel werk maar wel overzichtelijk hopelijk heb je hier iets aan!…succes er mee!!
Het 5 stappenplan bestaat uit:
stap 1: De beginsituatie.
stap 2: De doelformulering.
stap 3: Strategiebepaling.
stap 4: Uitvoering.
stap 5: Evaluatie.
Er zijn verschillende stappenplannen in omloop die hetzelfde doel en methodiek hebben. Het stappenplan wat hieronder beschreven is, is een uitgebreide versie.
__________________________________________________________________________________________________________
Stap 1: De beginsituatie.
a; Met welke mensen wil je deze activiteit gaan doen?
b; Aantal deelnemers?
c; Wat zijn hun mogelijkheden (lichamelijk, verstandelijk, emotioneel en sociaal)?
d; Wat zijn de behoeften (contact, aandacht, zekerheid)?
e; Waar liggen de interesses?
f; Hoe groot schat je de spanningsboog in?
g; Wat is hun sociaal-culturele achtergrond?
h; Wat is het agogisch perspectief?
i; Welke beperkingen zijn er waar je in de begeleiding rekening mee moet houden?
j; Wat is de hulpvraag?
Stap 2: De doelformulering.
a; Benoem de activiteit die je wilt gaan doen en schrijf daarachter wat je nu (korte termijn doelstelling) met die activiteit wilt bereiken voor die perso(o)n(en).
b; Welke concrete werdoel(en) wil je met deze activiteit bereiken? Probeer dit uit te drukken in waarneembaar gedrag.
c; Welke agogische doelen zijn er?
d; Benoem de doelstelling die je op langere termijn zou willen bereiken.
Stap 3: Strategiebepaling.
a; De keuze van de activiteit.
* Wie maakt de keuze voor de activiteit (jij, het team, de mensen waar je mee gaat werken) Geef aan waarom.
* Wat speelt er mee in je keuze, zoals feest, jaargetijde, weekprogramma of (school) opdracht.
* Heb je alternatieven als er door welke reden dan ook zaken veranderen. Denk aan slecht weer, te moeilijk enz.
b; Analyse van de activiteit.
* Benoem de soort activiteit (arbeid, (re)creatief, educatief of a.d.l.)
* Beschrijf de veiligheidsaspecten van de activiteit.
* Wat is de appel-waarde van deze activiteit. Denk hierbij aan materiaal, techniek, regels, zingeving.
* Welke deelhandelingen/technieken zou je van tevoren kunnen oefenen?
* Past de activiteit bij de waarden en normen van de mensen?
* Met welke aanpassingen moet je eventueel rekening houden?
c; Jouw mogelijkheden.
* Hoeveel ervaring heb je met de doelgroep?
* Hoeveel ervaring heb je met de activiteit.
d; Praktische voorbereidingen.
* Waar wil je de activiteiten gaan doen? Moet er nog iets aan die ruimte veranderd worden?
* Wanneer wil je de activteiten gaan doen? Moet je de activiteit tevoren aankondigen d.m.v. affiches?
* Welke materialen heb je nodig? In hoeverre moet je die aanschaffen en wat is mogelijk met het budget?
* Welke gereedschappen heb je nodig?
* Welke hulp heb je waarbij nodig van andere medewerkers? (taakverdeling)
* Met wie moet je waarover afspraken maken? (beschikbare ruimte, materiaalaanschaf, vrijwilligers, collega's)
* Hoe ziet je opruimplan eruit?
e; Begeleiding.
* Hoe ga je de mensen begeleiden, individueel of in groepsverband?
* Welke mensen hebben speciale aandacht van jou nodig?
* Hoe denk je mensen te motiveren? (aankondigen, teruggrijpen op vroegere ervaringen, speciale lokkers).
* Op welke manier bied je de activiteit aan? (uitleggen, voorbeelden, voordoen, vragen stellen).
* Wat moet je bij de begeleiding in de gaten houden wat betreft veiligheid?
* Wat moet je in de gaten houden bij je begeleiding wat betreft de speciale hulpvraag van de mensen.
* Welke onderdelen zal je zelf moeten doen?
* Hoe ga je de activiteit afronden?
f; Tijdpad. (maak een schema van tijd)
* Wat betreft de voorbereiding (afspraken maken enz)
* Wat betreft het verloop van de activiteit (globaal aangeven)
Stap 4: Uitvoering van de activiteit.
Hier komt de een verslag van de uitvoering van je activiteit. In dit verslag komt duidelijk naar voren of je rekening hebt kunnen houden met de punten die je in je planning hebt genoemd. Schrijf het verslag zo objectief mogelijk. Beschrijf vooral hoe de mensen reageerden en hoe jij daar op inging. Trek geen conclusie in dit gedeelte. Tip: Schrijf de uitvoering in de ik-vorm, zo beleefd de ander het precies zoals jij het beleefd heb.
Stap 5: De evaluatie van de activiteit.
Beantwoord de volgende vragen:
* In hoeverre heb je de beginsituatie goed ingeschat?
* Welke doelstellingen heb je gebruikt?
* In hoeverre heb je doelstellingen gebruikt?
* In hoeverre heb je voor de juiste activiteiten gekozen?
* In hoeverre heb je de activiteit goed voorbereid?
* In hoeverre heb je de mensen tijdens de activiteit goed begeleid?
Conclusies:
* Wat is het belangrijkste wat je geleerd hebt van deze activiteit?
* Wat zou je willen veranderen?
* Leerpunten m.b.t. nieuwe activiteit, ideeën nieuwe activiteit.
* Leerpunten m.b.t. begeleiden van de mensen tijdens de activiteit.